SV | Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte. |
WLC | וּבָ֛א הַמֶּ֥לֶךְ דָּוִ֖ד עַד־בַּֽחוּרִ֑ים וְהִנֵּ֣ה מִשָּׁם֩ אִ֨ישׁ יֹוצֵ֜א מִמִּשְׁפַּ֣חַת בֵּית־שָׁא֗וּל וּשְׁמֹו֙ שִׁמְעִ֣י בֶן־גֵּרָ֔א יֹצֵ֥א יָצֹ֖וא וּמְקַלֵּֽל׃ |
Trans. | ûḇā’ hammeleḵə dāwiḏ ‘aḏ-baḥûrîm wəhinnēh miššām ’îš ywōṣē’ mimmišəpaḥaṯ bêṯ-šā’ûl ûšəmwō šimə‘î ḇen-gērā’ yōṣē’ yāṣwō’ ûməqallēl: |
Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!